All Categories
Featured
Table of Contents
Steeds geldt: het is een landbouwregeling; stopt de landbouw dan volgt afrekening met de fiscus. Opmerking btw. Voor de btw kon de landbouw vroeger gebruik maken van de zgn. landbouwregeling: het bedrijf kiest of zij een btw onderneming is of niet. Omdat de btw zonder doorrekening ‘vrijgesteld’ is, heet dit abusievelijk ook wel eens de landbouwvrijstelling.
Andere diensten van het landbouwbedrijf zoals educatie, zijn altijd btw-plichtig. Voor de fiscus is een IB- of BV-ondernemer niet per se dezelfde als de btw-ondernemer. Opmerking WOZ. Bij de bepaling van de waarde voor de WOZ wordt cultuurgrond niet meegerekend en niet belast. Het gaat om: ”ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, voor zover die niet de ondergrond vormt van gebouwde eigendommen”.
Ook dit wordt wel een vrijstelling genoemd. Vraag: Als agrarisch bedrijf wil ik een nieuw gebouw. De gemeente stelt dat ik een zogenoemd principeverzoek moet indienen, maar ik heb als agrariër toch recht op dit gebouw? Antwoord: Elk ‘echt’ agrarisch bedrijf heeft via het bestemmingsplan recht op nieuwe gebouwen om die agrarisch te gebruiken.
Als u hiervan overtuigd bent, kunt u zonder principeverzoek een zogenoemde omgevingsvergunning voor het bouwen indienen. Dat gebeurt digitaal: zie de website van uw gemeente. De gemeente kan niet eisen dat u dan eerst een principeaanvraag doet - bamboe bouwmateriaal. Vaak komt het echter voor dat een gebouw net buiten het bouwvlak moet staan, of er een aanpassing van de milieuvergunning nodig is.
Om vooraf te checken dat er niets over het hoofd wordt gezien in bestemmingsplan of met andere regelgeving, vragen veel gemeenten ook in de logische gevallen om een principeaanvraag. bamboe bouwmateriaal. Het is in ieder geval sterk aan te bevelen eerst zelf de regels op te zoeken en te begrijpen, vóórdat u een bouwplan maakt: iets aanpassen geeft ergernis en kost extra adviesgeld.
Een aantal activiteiten is zonder meer toegestaan als onderdeel van de woning, zoals thuis werken, een bedrijf runnen dat via internet werkt en verder geen ruimten of erf gebruikt, een vrij beroep uitoefenen zoals vertaler, adviseur of coach, het aanbieden van logeerruimte, en dergelijke. Voor de r. o. is er pas een reden tot regelen indien de hoofdfunctie (in dit geval wonen) wijzigt, of indien er ruimtelijke effecten zijn die een afweging (een regel) behoeven.
Uit dit laatste volgen de regels rond beroep of bedrijf aan huis (zie v/a over beroep aan huis). Het is dus niet zonder meer zo dat elke activiteit die aan het wonen wordt toegevoegd een afweging (en regel) in het bestemmingsplan behoeft. Indien activiteiten een ruimtelijke afweging behoeven, zijn er diverse mogelijkheden om dit te regelen.
Er is hierbij een defensieve of offensieve benadering te kiezen (Spytze). Bij het eerste gaat het om het regelen (meestal beperken) van de bestaande situatie. Bij het tweede speelt de erkenning dat burgers ook willen en kunnen bijdragen aan de gebiedsdoelen zoals ecologie, recreatie of instandhouding van het landschap. In beide gevallen gaat het om de ruimtelijke begrenzing van bedrijfs- en beroepsmatige activiteiten versus niet-bedrijfsmatige of niet-beroepsmatige activiteiten.
In enkele gemeenten is beleidsruimte in de regels opgenomen voor burgerwoningen voor niet-bedrijfsmatige en niet-beroepsmatige activiteiten zoals theetuin, bezoektuin, logeerruimte, kamperen, en dergelijke. Bij bedrijfsmatige activiteiten wordt in de offensieve benadering ruimte geboden indien het gaat om activiteiten die ruimtelijk en functioneel een relatie hebben met de gebiedsdoelen (zie ook vraag plattelandsonderneming).
De nge is per 2010 opgevolgd door de eenheid SO: Standaard Opbrengsten. De eenheid is nadrukkelijk niet bedoeld om de omvang van één bedrijf te meten (zo meldt het LEI en CBS) maar wordt vooral in de r - bamboe bouwmateriaal. o. wel vaak zo gebruikt. Er wordt dan bijvoorbeeld gesteld: een bedrijf met een omvang van meer dan 70 nge (of: 80.
Wordt de omvang van een bedrijf in SO uitgerekend volgens standaardgetallen dan geeft dit enerzijds wel een indruk van de rentabiliteitskans van een bedrijf, maar het geeft anderzijds geen absolute uitspraak over de volwaardigheid (dat is: omvang die een inkomen geneert). De SO is vooral bruikbaar voor een beschrijving van de sterkte van de landbouw in de gemeente (voor analyse in Structuurvisie of in toelichting bestemmingsplan).
De rechter heeft dit in uitspraken bevestigd. Vraag: Als stadstuinder wil ik mijn overschot verkopen via de buurtsuper, maar zij willen dat niet. Ze noemen regels die ik niet begrijp. Hoe zit het dan met mijn klanten? Dat is toch geen verschil? Antwoord: De Warenwet is de eerste sleutel. Deze wet is ingesteld om de kwaliteit van levensmiddelen te garanderen.
Als producent krijg je niet een ‘Warenwet-vergunning’: je moet net als in het verkeer of voor de belasting ‘de wet kennen’ en je wordt gecontroleerd door onverwacht controlebezoek of een klacht. Er kan heel wat fout gaan met voedsel. bamboe bouwmateriaal. De wet wil risico’s op ziektes beperken en verkeerde producten (zoals verdunde melk) tegengaan.
Van producent naar consument wil de wetgever dat iedereen registreert waar het heen gaat, of het goed wordt bewaard, verpakt, bewerkt - bamboe bouwmateriaal. Er zijn hygiëneregels bij verkoop, per branche te vinden. Voor groenten kijk op www. agfdetailhandel.nl. De supermarkten zelf hebben ook hygiëneregels (zoals Eurep, GAPP); dat zijn extra regels. Hoe ingewikkelder de bewerking, des te meer gedetailleerde regels.
Bedrijven zijn geregistreerd en worden gecontroleerd op de Warenwet, en op al deze andere regels. De buurtsuper moet weten of haar inkoop ‘veilig’ is. Daarom kan de buurtsuper uitsluitend inkopen van personen waarvan zij zeker weet dat zij die regels volgen. Elke persoon -bedrijf of niet- mag telen voor eigen gebruik, of voor een besloten groep van eigen gebruikers.
De Nederlandse wetgever geeft bijzonder veel vrijheid om binnen een groep zelf regels of afspraken te maken (bamboe bouwmateriaal). Daar ligt de ruimte voor autonomie en vrijheid, zoals eigen onderwijs, steeds met ‘grondwettelijke’ verantwoordelijkheid. De contacten van stadstuinders met ‘buiten de groep’ leunen op de wettelijke regels van aansprakelijkheid, BTW tot veilig voedsel.
Met kennis van de grondprincipes kom je een heel eind: vraag altijd ‘waar komt deze regel vandaan, waartoe dient die regel?’ Want daar gaat het om – ook in elk stadslandbouwproject: om veilig voedsel, om sociaal gedrag, om een schoon milieu, om betekenis en zingeving. En mag ik ook wijn en bier schenken? Alcohol schenken als (para)commerciële activiteit is onderwerp van de Drank- en Horecawet: deze wet gaat over alcohol en niet over koffie.
Voor de wet is het van belang dat jongeren geen alcohol krijgen, dus dat moet je goed doen. Koffie en thee mag je altijd (betaald) schenken aan bezoekers, echter: breng je het naar buiten als een zelfstandige ‘horeca’-activiteit (‘vier in onze stadstuin je verjaardag en wij doen de catering’) dan ben je net over de grens en gelden alle horeca-regels (bamboe bouwmateriaal).
Helaas verdwijnt met bewerking ook een gedeelte van de goede bacteriën en de natuurlijke samenstelling van voedingsstoffen (bamboe bouwmateriaal). Producten van rauwe melk staan daarom meer en meer in de belangstelling. Kaas en andere zuivelproducten kunnen worden gemaakt van bewerkte (gepasteuriseerde) of van onbewerkte (rauwe) melk. Zelfzuivelaars kunnen hun rauwe melk verwerken in yoghurt, kefir en andere producten waarin de melk ‘verzuurt’ en de slechte bacteriën verdwijnen.
En hoe zit het dan met rauwe, onbewerkte melk? De wetgever (controle door COKZ en n, VWA) staat toe dat mensen rauwe melk van de boerderij meenemen mits de klanten het zelf afvullen en onder aanname dat de melk thuis wordt gekookt - bamboe bouwmateriaal. Als boer mag je dus officieel niet zelf de dop op de fles draaien, de klant moet zelf tappen.
NB Officieel gaat het om ‘verhitten’; koken is beter te onthouden. Vraag: Wij verkoop vlees van eigen koeien uit een diepvries vanaf de boerderij, en ons varkensvlees verkopen we vers. Welke hygiëneregels gelden bij verkoop van vlees? Antwoord: Ook bij verkoop vanaf de boerderij moet u schoon en hygiënisch werken volgens een voedselveiligheidsplan.
De hygiënecode kunt u gratis downloaden van www. prodzuivel.nl. Voor vers vlees geldt: snijdt u in het vlees of verwerkt u het tot bijvoorbeeld gehakt of worst op uw boerderij? Dan moet u voldoen aan de eisen die ook gelden voor slagers en werken volgens de hygiënecode voor het slagersbedrijf.
U kunt deze hygiënecode bestellen via de Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie, www. Spytze. bamboe bouwmateriaal. kns.nl U moet dan ook lid worden van de KNS, en daar zijn kosten aan verbonden. Doet u geen snijhandelingen op de boerderij, maar verkoopt u het verse vlees direct of verpakt u het alleen op de boerderij voor directe verkoop? Nadat uw slager in zijn slagerij het vlees verwerkt en gesneden heeft? Dan is er geen algemeen geldende hygiënecode die voor uw situatie van toepassing is.
U blijft zelf verantwoordelijk en aansprakelijk voor het goed volgen van de wet op het gebied van voedselveiligheid. Vraag: Ik mag vanaf de toonbank alleen bederfelijke producten verkopen die niet langer dan 2 uur ongekoeld zijn. Als de producten langer dan 2 uur te koop staan, moet ik ze vernietigen.
Antwoord: U moet bederfelijke waar altijd gekoeld (onder 7°C) bewaren. Voor kantines en restaurants bestaat een ontheffingsregeling van 2 uur. Na deze 2 uur is de verkoop niet langer verantwoord. De kans op bederf neemt toe en de uitgroei van ziekteverwekkende bacteriën wordt te groot. De consument neemt het product bovendien mee naar huis en onderweg kan de temperatuur nog verder oplopen.
In kraampjes mag u daarom alleen het eten verwarmen dat u direct verkoopt. Vraag: De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) staat het gebruik van houten snijplanken niet toe, omdat die niet goed te reinigen zijn. Antwoord: U mag houten snijplanken gebruiken, als deze schoon zijn en goed gereinigd (kunnen) worden.
Vraag: Ik moet de herkomst van rundvlees en vis zo gedetailleerd mogelijk vermelden op het etiket. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) controleert dit. De verplichting is lastig uitvoerbaar en mijn klanten hebben er geen behoefte aan. De NVWA houdt ondertussen handhavingsacties rondom de etikettering. Antwoord: De NVWA controleert de herleidbaarheid van rundvlees (bamboe bouwmateriaal).
Elke stap in de keten moet herleid kunnen worden. Op basis van de gegevens moet de NVWA bij het slachthuis en uiteindelijk bij het rund terechtkomen. Deze verplichte herleidbaarheid heeft te maken met veterinaire calamiteiten, zoals de BSE-epidemie. De NVWA kan alleen snel iets aan dit soort calamiteiten doen als de bronnen herleidbaar zijn.
Daarnaast moet vis, net als vlees, herleidbaar zijn. Het Critical Control Point (CCP) van vis hangt namelijk samen met het vangstgebied. Haring uit de Oostzee bijvoorbeeld heeft andere risico's dan haring uit de Noordzee. Dit heeft onder andere te maken met de dioxineniveaus in het water. Bij vis bent u ook verplicht om op de verpakking aan te geven of het gaat om gekweekte vis of wildvangvis.
Latest Posts
Kbc Auto Verkopen - Autoopkoperbenelux.be
Normal Appearance Of Stoma
Betekenis Stoma